[de] [de] directeur director
[de] aandeel acción, título
[de] aanklacht cargo
[de] advertentie anuncio, cartel
[de] adviesraad consejo
[de] ambtenaar funcionario
[de] attentie atención
[de] autoriteit autoridad, dominación
[de] belasting carga, contribución
[de] beloning pago, recompensa
[de] betaling pago
[de] bezitter amo, dueña
[de] cheque talón, cheque
[de] concurrentie competencia, rivalidad
[de] cursus clase, curso
[de] economie economía
[de] ervaring experiencia, destreza
[de] handel comercio
[de] hoofdstad capital
[de] hulp asistencia, ayuda
[de] industrie industria
[de] klant cliente
[de] kopie copia
[de] kosten coste, costo
[de] markt mercado
[de] omgeving entorno, medio
[de] overeenkomst pacto, trato
[de] overeenstemming acuerdo, pacto
[de] ploeg equipo, personal
[de] prijs coste, precio
[de] raad advertencia, consejo
[de] rekening factura, recibo
[de] rente interés
[de] rest restante, resto
[de] samenkomst encuentro, reunión
[de] sectie apartado, sección
[de] service servicio
[de] structuur estructura
[de] tabel tabla
[de] vakantie vacaciones, feriado
[de] verkoop venta
[de] verzekering seguro
[de] waarde valor
[de] werker trabajador
[de] wet ley, derecho
[de] winkel establecimiento, almacén
| | [de] winst ganancia, utilidades
[de] zakenrelatie cuenta
[de] zakenvrouw mujer de negocios, mujer empresaria
[het] bankbiljet billete
[het] bedrijf casa, firma
[het] bedrijf compañía
[het] bedrijf negocio
[het] comité comisión, comité
[het] contract contrato
[het] deel división, parte
[het] departement departamento
[het] eigendom pertenencia, propiedad
[het] formulier formulario
[het] gemiddelde media
[het] inkomsten ingreso, ingresos
[het] kantoor oficina
[het] kleingeld dinero, plata
[het] management dirección
[het] materieel materia
[het] merk marca
[het] pakket bulto, lío
[het] personeel personal
[het] probleem dificultad, problema
[het] product producción, producto
[het] recht derecho
[het] succes éxito
[het] tarief tarifa, tipo
[het] verlies pérdida
[het] verlof despedida
[het] voordeel superioridad, ventaja
[het] werk ocupación
[het] werk cometido, faena
[het] wisselgeld cambio
0 destreza
0 espectáculo, muestra
aanbod oferta, ganga
groep agrupación, colectivo
markering marca, señal
nodig hebben necesidad
operatie operación, accionamiento
plan plan, programa
steun apoyo, ayuda
strubbeling dificultad, obstáculo
werk trabajo
|