ability [het] vermogen
act [de] daad
action [de] handeling, [de] actie
activity [de] actie
addition [de] toevoeging
amount [de] hoeveelheid
attack [de] aanval
attempt [de] poging
attitude [het] gedrag, [de] attitude
back [de] achterkant
behavior gedrag, gedragingen
bit [het] stuk
blow [de] slag
break ontspanning
campaign [de] campagne
case [de] casus, [het] voorbeeld
chance kans, mogelijkheid
change verandering, aanpassing
choice keuze
condition status
connection 0
connection verbinding
crack barst
crush 0
cut snee
damage [de] schade
danger gevaar
death dood
decoration [de] decoratie
defense weer
destruction vernietiging
detail [de] bijzonderheid
dominance 0
drop [de] druppel
duty plicht
effort inspanning
fall val
feature eigenschap
fight gevecht
front front
hit slag
hole holte, put
increase groei
increase toename
internet [het] internet
jolt [de] ruk
kick schop
kind soort
knot [de] knoop
list lijst
| | majority meerderheid
matter aangelegenheid
mind [het] verstand, [de] geest
operation [de] werking
opposite tegendeel
outburst uitbarsting
part deel, onderdeel
part [het] deel
personality karakter
piece [het] onderdeel, [het] stuk
place plaats
position [de] plaats, [de] positie
power macht, kracht
practice [de] praktijk
project opgave
property eigendom
quality kwaliteit
quiet sereniteit
reach 0
report rapport
responsibility verantwoordelijkheid
rest rust
return terugkomst
rise ontsteking
risk [het] risico
seat plaats
serial 0
set [de] set
silence stilte
situation situatie
slice 0
state [de] status
step [de] stap, [de] voetstap
stop stoppen
taste [de] smaak
thing [het] ding
top [het] toppunt
touch aanraking
treatment behandeling
tremble beving
trick kneep
type soort
use [het] gebruik
way manier
wear slijtage
whole hele
will wil
wish wens
|