|
Anchor Anker (schip) Boat Boot (vaartuig) Boatswain Volmatroos Boom (sailing) Giek Bow (ship) Boeg (schip) Bowsprit Boegspriet Braces (sailing) Bras (schoot) Cabin (ship) Kajuit Cable Length Kabellengte Capsize Kapseizen Capstan (nautical) Kaapstander Captain (nautical) Kapitein (schip) Catamaran Catamaran Centreboard Zwaard (zeilboot) Cleat (nautical) Kikker (voorwerp) Cunningham (sailing) Neerhaler Deck (ship) Dek Dock (maritime) Dok Fathom Vadem Fin Vin Forecastle Bak (schip) Forestay Voorstag Halyard Val (zeilen) Harbor Haven Hull (watercraft) Scheepsromp Hydrofoil Draagvleugelboot Jib Fok (zeil) Keel Kiel (schip) Marina Jachthaven Marlinspike Marlspijker Mast (sailing) Scheepsmast Navigation Light Navigatielicht Port (nautical) Bakboord En Stuurboord Purser Purser Racon Radarbaken Sailor Matroos Sheet (sailing) Schoot (zeilen) Skipper (boating) Schipper Spinnaker Spinnaker Tack (sailing) Wenden (zeilen) Tonnage Tonnenmaat Trawler Trawler Yard (sailing) Ra (zeil)
|
Dictionary of Nautical Terms in other languages: Display all available dictionaries (over 450 dictionaries)
|
|