This Swahili to Dutch dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Swahili to Dutch and Dutch to Swahili translations will be listed at once.
baba; mzee vader (m); papa chakula voedsel (n); eten (n) dada zus (f); zuster (f) farasi paard (n); (n) gura gaan jambo hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal) kijana jongen (m); knaap (m) kitabu; vitabu boek (n) kuandika schrijven mama moeder (f) mbwa (s)/(p) ('noun 9/10') hond (m) mji stad (f) mnyama, wanyama 'pl (noun 1/2)' dier (n); beest (n) moto vuur (n) msichana; mwari meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n) mtoto; mwana #Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f) mwanamke vrouw (f) ndiyo ja ndugu; kaka broer (m), broeder (m) (formal) nyumba huis (n); onderkomen (n) | paka (nc 9/10) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m) pesa; shilingi geld (n) shule school (f) sikiza luisteren; naar siku dag (m); etmaal (n) soma lezen tofaa '(nc 5/6)' appel (m) tunda; matunda fruit (n); vrucht (f) upendo liefde (f) |
Privacy policy
Disclaimer
Terms of use
Copyright © 2003-2024 Dicts.info. |