This Dutch to Spanish dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Dutch to Spanish and Spanish to Dutch translations will be listed at once.
#Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f) bebé (m); nene (m); niño (m); niña (f); bebe (m); guagua (f) appel (m) manzana (f) bloem (f) flor (f) boek (n) libro (m) boom (m) árbol (m) broer (m), broeder (m) (formal) hermano (m) dag (m); etmaal (n) día (m) dank u, dank je, dankjewel, bedankt gracias; muchas gracias dier (n); beest (n) animal (m); bestia (f) fruit (n); vrucht (f) fruta (f); fruto (m) gaan ir geld (n) dinero (m); cobres (m); lana; pasta; pisto (m); plata (f); real (m) hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal) hola; buenos días; qué tal hond (m) perro (m) huis (n); onderkomen (n) casa (f) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m) gato (m); gata (f) ja sí#Spanish'sí, simón (colloquial, Mexico, Guatemala) jongen (m); knaap (m) niño (m) (gloss'child), chico (m) (gloss'teens or twenties), muchacho (m) (gloss'teens or twenties), chaval (m) (slang), varón (m), (gloss'gender specification: boy or girl?) ¿varón o mujer? lezen leer liefde (f) amor (m) | luisteren; naar escuchar man (m); heer (m) varón (m); hombre (m) meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n) niña (f); muchacha (f); chica (f) moeder (f) madre (f) nee#Dutch'nee, neen (formal) no paard (n); (n) caballo (m); yegua (f) school (f) escuela (f) schrijven escribir stad (f) ciudad (f); urbe (f) tijd (m) tiempo (m) vader (m); papa padre (m) voedsel (n); eten (n) alimento (m); comida (f) vrede (f); peis (f) paz (f) vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f) amigo (m); amiga (f) vrouw (f) mujer (f) vuur (n) fuego (m) zus (f); zuster (f) hermana (f) |
Privacy policy
Disclaimer
Terms of use
Copyright © 2003-2024 Dicts.info. |