Dutch to Norwegian Bokmal dictionary : Universal dictionary

This Dutch to Norwegian Bokmal dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Dutch to Norwegian Bokmal and Norwegian Bokmal to Dutch translations will be listed at once.

#Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f) spebarn (n)
appel (m) eple (n)
bloem (f) blomst (m)
boom (m) tre (n)
broer (m), broeder (m) (formal) bror (m)
dag (m); etmaal (n) dag (m); døgn (n)
dank u, dank je, dankjewel, bedankt takk
dier (n); beest (n) dyr
fruit (n); vrucht (f) frukt (m)
gaan reise; fare; dra
geld (n) penger
hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal) hallo; hei; god dag; halla; heisann
hond (m) hund (m); bikkje (f)
huis (n); onderkomen (n) hus (n)
huiskat; kat (m); poes (f); kater (m) huskatt (m); katt (m); katte (f)
ja ja
lezen lese
liefde (f) kjærlighet (m)
luisteren; naar lytte
man (m); heer (m) mann (m)

moeder (f) mor; mamma; moder
nee#Dutch'nee, neen (formal) nei
paard (n); (n) hest (m)
school (f) skole (m)
schrijven skrive
stad (f) by
tijd (m) tid (m)
vader (m); papa far; pappa; fader
voedsel (n); eten (n) mat (m); føde (m); næring (m)
vrede (f); peis (f) fred (m)
vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f) venn (m); venninne (f)
vrouw (f) kvinne; dame
vuur (n) ild (m)
water (n) vann (n)
zus (f); zuster (f) søster; storesøster; lillesøster

Norwegian Bokmal to Dutch dictionary | Learn Norwegian Bokmal | Norwegian Bokmal vocabulary | Norwegian Bokmal flashcards