Dutch to Korean dictionary : Universal dictionary

This Dutch to Korean dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Dutch to Korean and Korean to Dutch translations will be listed at once.

#Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f) 아기 (agi)
appel (m) 사과 (sagwa)
bloem (f) 꽃 (kkot)
boek (n) 책 (chaek); (doseo)
boom (m) 나무 (namu)
broer (m), broeder (m) (formal) 형제 (hyeongje); 형님 (hyeongnim); 오빠 (obba); 동생 (dongsaeng); 아우 (au)
dag (m); etmaal (n) (ko-inline'일주야'iljuya'4=一晝夜)
dank u, dank je, dankjewel, bedankt 고맙습니다 (gomapseumnida); 감사합니다 (gamsahamnida); 고마워 (gomawoe)
dier (n); beest (n) 동물 (dongmul)
fruit (n); vrucht (f) 과일 (gwail)
gaan 가다 (gada)
geld (n) 돈 (don)
hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal) (ko-inline'안녕하십니까'annyeonghasimnikka) (formal) (ko-inline'안녕하세요'annyeonghaseyo) (neutrally formal), (ko-inline'안녕'annyeong) (informal)
hond (m) 개 (gae); 견 (gyeon); (gu)
huis (n); onderkomen (n) 집 (jip)
huiskat; kat (m); poes (f); kater (m) 고양이 (goyang-i)
ja 네 (ne); 예 (ye)
jongen (m); knaap (m) 소년 ('sonyeon', 少年), 남자아이 ('namja-ai', 男子+아이), 남자애 ('namja-ae', 男子+애), 아이 (ai), 꼬마 (kkoma)
lezen 읽다 (ikta)
liefde (f) 사랑 (sarang); 연정 (yeonjeong); 애정 (aejeong)

luisteren; naar 듣다 (deutta)
man (m); heer (m) 사내 (sanae); 남자 (男子, namja)
meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n) 여자 (yeoja)
moeder (f) 엄마 (eomma), 어머니 (eomeoni)
nee#Dutch'nee, neen (formal) 아니오 (anio); 아뇨 (anyo)
paard (n); (n) 말 (mal)
school (f) 학교 (hakgyo)
schrijven 쓰다 (sseuda)
stad (f) 도시 (dosi); (sinae)
tijd (m) 시간 (sigan)
vader (m); papa 아버지 (abeoji); 아빠 (abba)
voedsel (n); eten (n) 음식 (eumsik)
vrede (f); peis (f) 평화 (pyeonghwa)
vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f) 친구 (chingu); (dongmu)
vrouw (f) 여성 (yeoseong); (gyejip)여자 (yeoja)
vuur (n) 불 (bul)
water (n) 물 (mul)
zus (f); zuster (f) 자매 (jamae)

Korean to Dutch dictionary | Learn Korean | Korean vocabulary | Korean flashcards