Catalan to Dutch dictionary : Universal dictionary

This Catalan to Dutch dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Catalan to Dutch and Dutch to Catalan translations will be listed at once.

aigua (f) water (n)
amic (m), amiga (f) vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f)
amor (m) liefde (f)
anar gaan
animal (m) dier (n); beest (n)
arbre (m) boom (m)
casa (f) huis (n); onderkomen (n)
cavall (m) paard (n); (n)
ciutat (f) stad (f)
dia (m); jorn (m) dag (m); etmaal (n)
diner (m) geld (n)
dona (f) vrouw (f)
escola (f) school (f)
escoltar luisteren; naar
escriure schrijven
flor (f) bloem (f)
foc (m) vuur (n)
fruit#Catalan'fruit (m) fruit (n); vrucht (f)
gat (m); gata (f); (m) mixa (f); (m) moixa (f) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m)
germà (m) broer (m), broeder (m) (formal)

germana, (f) zus (f); zuster (f)
gos; ca (m) hond (m)
gràcies, moltes gràcies, mercès dank u, dank je, dankjewel, bedankt
hola hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal)
home (m) man (m); heer (m)
llegir lezen
llibre (m) boek (n)
mare moeder (f)
menjar (m); aliment (m) voedsel (n); eten (n)
nadó (m) #Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f)
noi (m), al·lot (m), xiquet (m), xic (m), xicot (m) jongen (m); knaap (m)
noia (f); nena (f); xiqueta; al·lota (f) meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n)
pare (m) vader (m); papa
pau (f) vrede (f); peis (f)
poma (f) appel (m)
sí ja
temps (m) tijd (m)

Dutch to Catalan dictionary | Learn Dutch | Dutch vocabulary | Dutch flashcards