This Latvian to Dutch dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Latvian to Dutch and Dutch to Latvian translations will be listed at once.
ābols (m) appel (m) auglis fruit (n); vrucht (f) brālis (m) (1,2,3) broer (m), broeder (m) (formal) diena (f); diennakts dag (m); etmaal (n) draugs vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f) dzīvnieks dier (n); beest (n) grāmata (f) boek (n) iet gaan jā ja kaķis (m); kaķene (f) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m) klausīties luisteren; naar koks boom (m) laiks (m) tijd (m) lasīt lezen māja; nams (m) huis (n); onderkomen (n) māsa (f) zus (f); zuster (f) māte (f) moeder (f) meitene (f) meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n) miers (m) vrede (f); peis (f) mīlestība (f); mīla (f) liefde (f) | nauda geld (n) nē nee#Dutch'nee, neen (formal) paldies dank u, dank je, dankjewel, bedankt pārtika (f); ēdiens (m) voedsel (n); eten (n) pilsēta (f); (f) stad (f) puika jongen (m); knaap (m) puķe (f); zieds (m) bloem (f) rakstīt schrijven sieviete (f) vrouw (f) suns (m); kuce (f) hond (m) sveiki hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal) tēvs vader (m); papa ūdens (m) water (n) uguns (f) vuur (n) vīrs (m) man (m); heer (m) zīdainis; bēbis #Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f) zirgs paard (n); (n) |
Privacy policy
Disclaimer
Terms of use
Copyright © 2003-2024 Dicts.info. |