Swedish to Dutch<br/> Dictionary of Finance

Swedish to Dutch
Dictionary of Finance

 Swedish to Dutch<br/> Dictionary of Finance

Dictionaries  |  English dictionary  |  Picture dictionary  |  Encyclopedia |  Links

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A
agent   [de] vertegenwoordiger
agentur   [het] agentschap
aktie   [de] aandeel
aktieägare   [de] aandeelhouder
alternativ   alternatief
ämbetsverk   [het] bureau
användande   [het] gebruik
arbitrage   arbitrage
aritmetiskt medelvärde   rekenkundig gemiddelde
återförsäkring   herverzekering
avbryta   onderbreken
avkastning   [de] opbrengst
avkastning   opbrengst
avreglering   deregulering
avskrivning   afschrijving
avvisande   afwijzing

B
balansräkning   [de] balans
bank   [de] bank
bankomat   geldautomaat
bära   dragen ; [wij] dragen
barriär   [de] barriere
bas   [de] basis
be   vragen
bedömning   [de] evaluatie
befallning   [de] order
befogenhet   [de] autoriteit
begära   vragen ; [wij] vragen
begränsa   beperken ; [wij] beperken
behöva   hebben ; [wij] hebben
bekräfta   bevestigen
bekräftelse   bevestiging
beordra   bevelen
beräkna   berekenen
besparingar   spaargeld
betalningsbalans   betalingsbalans
betyda   betekenen
billig   goedkoop ; goedkope
björn   [de] beer {m} ; [de] berin {f}
blanda   mengen
boka   bespreken
böter   pand
broschyr   [de] prospectus
brytande   onderbreking
bud   [het] bod
byta   ruilen
byteshandel   [de] ruilhandel

C
chansa   wagen ; [wij] wagen
check   [de] cheque
cyberrymden   [het] internet

D
dekret   [de] verordening ; [het] verordenen
del   deel ; onderdeel
del   [het] deel
deltagande   deelname
destination   bestemming
devalvering   [de] devaluatie
diskrepans   discrepantie
dispersion   [de] verspreiding
distribution   [de] distributie
duglighet   doeltreffendheid

E
elasticitet   [de] ellasticiteit ; [de] vering
enhet   eenheid
ental   [de] eenheid
erbjuda   aanbieden ; [wij] aanbieden
erbjudande   aanbod
euro   [de] euro

F
fallgrop   val
fientlig   vijandig
följd   [het] gevolg
fond   fonds
fordringsägare   [de] schuldeiser
föreskrift   [de] aanwijzing
försäkring   [de] verzekering
förvaltare   [de] beheerder
förvärv   aanwinst
franc   [de] frank
frihandel   vrijhandel
fullmakt   volmacht

G
gäldenär   [de] schuldenaar
garanti   garantie
godkännande   validatie
golv   [de] vloer
goodwill   goodwill
gräns   [de] limiet

H
händelse   evenement ; gebeurtenis
handlande   [de] handelaar

I
inflation   [de] inflatie
insättning   storting
inställa   afzeggen
intäkter   winst
inteckning   [de] hypotheek
intervention   tussenkomst
intresse   [de] interesse
inventering   inventarisatie
inventering   voorraad
investering   [de] investering
investering   investering

K
kalla   betitelen ; [wij] betitelen
kapital   kapitaal
karat   [het] karaat
kategori   [de] categorie
klassa   classificeren ; [wij] classificeren
klubb   [de] club
kombination   combinatie
kombination   combinatie
kommersiell   handels
kommitté   [het] comité
konglomerat   conglomeraat
konossement   vrachtbrief
konsortium   [de] belangengemeenschap
kontanter   chartaal geld
kontanter   contant geld
kontokort   betaalkaart
konvertibilitet   het omgezet kunnen worden
korrelation   [de] correlatie
kort   kort ; korte ; dicht ; dichte
kreditkort   betaalkaart
kvot   [het] quotum ; [de] quota (meervoud)

L
lång   lang
länge   lang ; lange
lapp   etiket
lektion   [de] cursus
likvidation   liquidatie
likviditet   liquiditeit
livförsäkring   levensverzekering
lokal   plaatselijk
lösa in   inwisselen

M
mäklare   [de] broker ; [de] effectenmakelaar
marknad   [de] markt ; [de] marktplaats
medelvärde   [het] gemiddelde
misstag   [de] fout ; [de] vergissing
moms   BTW
motsats   tegendeel
motstånd   [de] weerstand
multiplikator   meervoud

N
nät   [het] net
netto   netto
New York Stock Exchange   New York Stock Exchange
nominell   nominaal
normalfördelning   [de] normale verdeling ; [de] Gausse verdeling
not   [de] [de] aantekening ; [de] notitie

O
oberoende   [de] onafhankelijkheid
obligation   [de] obligatie
opposition   [de] oppositie
option   optie
order   bestelling
order   [het] bevel
ordning   [de] orde
överge   verlaten

P
pant   pand
pant   [het] pand
paritet   [de] pariteit
penningmarknaden   geldmarkt
prick   [de] punt
produktion   productie
produktion   [de] productie
punkt   [de] punt

R
rabatt   [het] disconto
rabatt   korting
räckvidd   bereik
ränta   [de] rente
ratifikation   [de] ratificatie
register   [de] inhoudsopgave
remburs   documentair krediet
replik   [het] kopie
revalvering   herwaardering
revisor   accountant
rik   rijk
ringa   roepen ; schreeuwen ; opbellen ; bezoeken ; noemen ; telefoneren ; [wij] bellen ; [wij] telefoneren
rinna   stromen
risk   [het] risico
riskkapital   durfkapitaal

S
samarbete   [de] coöperatie
samhällsklass   sociale klasse
samla   verzamelen
samling   [de] verzameling
sammanslagning   fusie
sammanslagning   samensmelting
sedel   [het] bankbiljet
skillnad   verschil
skillnad   onderscheid
skillnad   verschil
skuld   [de] schuld
sluta   eindigen ; [wij] eindigen
specialist   specialist
spel   [de] weddenschap
stagflation   stagflatie
standardavvikelse   [de] standaarddeviatie
stanna   stoppen ; [wij] stoppen
syfte   [het] aanleggen

T
ta bort   schrappen
tid   [de] tijd
titel   [de] titel
tjur   [de] stier
torg   markt
trust   [het] kartel
tvekan   [de] twijfel

U
undertrycka   onderdrukken
uppdrag   taak
uppgift   taak
uppskatta   schatten ; [wij] beoordelen
uppskattning   beoordeling
utbetalning   afbetaling
utdelning   [de] verdeling
utdelning   dividend
utströmmande   uitstraling
uttrycka   uitdrukken

V
val   keuze
valuta   [de] muntsoort ; [de] munteenheid
varaktighet   [de] duur
växelkurs   [de] wisselkoers
verbal   mondeling
vinst   [de] winst
volym   [de] massa


About this dictionary  |  Privacy policy  |  Terms of use  |  Link to us  |  Contact us
Copyright © 2024, Dicts.info. All rights reserved.