Tamil to Dutch dictionary : Universal dictionary

This Tamil to Dutch dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Tamil to Dutch and Dutch to Tamil translations will be listed at once.

(tandhai, appan)அத்தன் (aththan) vader (m); papa
older (akkā); (taṅgai) (sagOdari) zus (f); zuster (f)
அம்மா (ammā) moeder (f)
ஆண் (āṇ) man (m); heer (m)
ஆப்பழம் (aappazham) appel (m)
ஆமாம் (āmām) ja
இல்லை (illai) nee#Dutch'nee, neen (formal)
எழுத்து (ezhuttu) schrijven
காதல் (Kadhal) liefde (f)
குதிரை (kutirai) paard (n); (n)
கேள் (kEL) luisteren; naar
சகோதரன் (čakōtaraṉ) broer (m), broeder (m) (formal)
செல்; போ gaan
நகரம் stad (f)
நண்பன் (naNban), தோழன் (tOzhan) vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f)
நன்றி (nandri) dank u, dank je, dankjewel, bedankt
நாய் (naay) hond (m)
நூல் (nool), புத்தகம் (puth-thagam) boek (n)
நெருப்பு (noruppu) vuur (n)
பணம் (paṇam) geld (n)

பய்யன் (payyaṉ) jongen (m); knaap (m)
பலம் (palam) fruit (n); vrucht (f)
பள்ளி (paḷḷi) school (f)
பூனை (pūṉai) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m)
பெண் (peṇ) vrouw (f)
மரம் (maram) boom (m)
மலர் (malar), பூ (pū) bloem (f)
வணக்கம் (vanakkam) hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal)
விலங்கு dier (n); beest (n)
வீடு (veedu) huis (n); onderkomen (n)

Dutch to Tamil dictionary | Learn Dutch | Dutch vocabulary | Dutch flashcards